De auto met fietsen staat klaar om te vertrekken richting Amsterdam. Mijn man en twee zonen gaan een dagje naar Sail 2015. In verband met de verwachte drukte, willen ze de auto buiten de stad parkeren en dan verder op de fiets richting het grote zeilevenement. Ik druk ze op het hart er vooral van te genieten. De volgende kans is immers pas over vijf jaar.
De jongste, nog niet in het bezit van een telefoon, steekt een briefje in zijn zak met het mobiele nummer van zijn vader. Zo kan hij hem toch bereiken, mochten ze elkaar onverhoopt kwijtraken in de mensenmassa.
‘Tegen die tijd,’ zegt hij, inhakend op mijn opmerking, ‘krijgt papa een briefje met onze nummers voor het geval hij óns niet kan bijhouden.’