We zitten aan de ontbijttafel op een vroege maandagmorgen. Als mijn zoon zijn brood wil gaan smeren, verschijnt er plotsklaps een grote grijns op zijn gezicht. Zonder wat te zeggen schuift hij de boter naar mij toe.
‘Ook hallo,’ zeg ik daarna tegen hem en moet hartelijk lachen.
De dag ervoor heeft hij in het nog niet aangebroken boterkuipje een sierlijk ‘hallo’ geschreven opgeleukt met een zonnetje. Ondanks de vroege maandagochtend, begint mijn dag stralend.