Dag Sinterklaasje, hallo kerstboom

Amalia is jarig
7 december 2012
Spreuk van de dag
13 december 2012

Wekenlang stond alles in het teken van Sinterklaas.
Op radio en televisie, in het dorp, op school en thuis. Maar op 6 december lijkt hij, net als andere jaren, ineens in het niets te zijn opgelost. Hij heeft ons land met stille trom verlaten. In de winkels staan de kerstartikelen alweer tentoongesteld. De pepernoten hebben plaatsgemaakt voor de kerstkransjes. De eerste kerstkaarten vallen op de mat. Het lijkt alsof niemand er moeite mee heeft, dat Sint er zomaar vandoor gaat. Zelfs de kinderen niet. Zij nemen klakkeloos aan dat de stoomboot richting Spanje vertrekt en volgend jaar weer vrolijk terugkeert. En uitzwaaien, ach, hij vindt na zoveel jaar vast zijn weg wel weer. Geen groot afscheidsfeest voor hem. Dag Sinterklaasje.

Hij heeft zijn vertrek dit keer in ieder geval perfect getimed. Met dat hij ons land uitglipt richting warme, Zuidelijke oorden, valt via het Noorden koning winter binnen. Heel het land staat op zijn kop. Mocht Sint nog niet helemaal vergeten zijn, dan nu in ieder geval wel. Sneeuwval en vorst beheersen het nieuws. We weten weer wat kou is en donkere dagen.

Tja, en wat dan? Dan wil je het thuis wel warm en gezellig maken. Dus ga ook ik, tegen mijn principe in, voor een vroege boom. En veel lichtjes. “Toch wel weer gezellig, zo, de donkere dagen voor kerst,” denk ik, als ik de ballen erin gehangen heb. Hallo kerstboom.

“Gezellig hoor,” zegt Thijs laconiek, nadat ik hem gewezen heb op de kerstboom. Het was hem nog niet opgevallen, die boom. Ook Bart moet ik er bij zijn thuiskomst speciaal op attenderen. “O ja,” zegt hij, “leuk, hoor.” Oké, hij is niet groot, maar, zeg nou zelf, zo’n boom valt toch wel op. Manlief vraag ik al helemaal niet naar zijn mening, want die weet ik onderhand wel. Wat hem betreft hoeft zo’n boom nu eenmaal niet. “Nou moet die mooie, nieuwe lamp tijdelijk naar zolder, zeker?” zucht hij. Maar die oer-Hollandse nuchterheid van mijn mannen kan mijn plezier niet bederven, ik vind het oer-gezellig in huis. Eigenlijk moet ik ook de kerstkaarten nog schrijven, maar dat kan volgende week nog wel…

Toch schijnt Thijs wel iets van de kerstsfeer te hebben opgepikt. Aan tafel vraagt hij aan mij: “Wanneer gaan we nu van die nepplantjes maken?” Ik kijk hem niet begrijpend aan. Maar mijn twee andere mannen beginnen onbedaarlijk te lachen. Ze begrijpen direct waar Thijs het over heeft. “Mam,” hikt Bart, “hij bedoelt de kerststukjes!”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of Google's reCAPTCHA service is required which is subject to the Google Privacy Policy and Terms of Use.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.