Ik aai de tonnetje ronde hond van oma over zijn kop. Elke avond serveert ze hem, naast brokken, de restjes van het avondeten met een schepje jus. Stiekem verdenk ik haar ervan dat zij expres een aardappeltje meer schilt.
Zijn staart kwispelt uitbundig als oma met koffie en koekjes de woonkamer in komt. Als ze de schaal op tafel zet, begint hij te kwijlen. Ter wille van een mierzoete beloning, is hij gaarne bereid al zijn trucs uit de kast te halen; hij geeft pootjes en blaft op het commando ‘spreek’.
‘Het is een echte vuilnisbak,’ grap ik.
Ze zet haar kopje op de rug van Droef, die niet van haar zijde wijkt. ‘Welnee kind, hij is mijn wandelend bijzettafeltje.’
Kort verhaal van precies 120 woorden met als themawoord ‘bijzettafel’. Dit keer speciaal voor Dierendag een ietwat bewerkte anekdote uit het Vreugdenhil-archief 😉
Stemmen mag: als je dit verhaaltje waardeert, kun je een ‘hartje’ achterlaten (klik daarvoor op ‘de moeite waard’) op 120woorden