Geduld-challenge (3)

Nationaal Voorleesontbijt
27 januari 2016
Dat kan ik ook
1 februari 2016

Een week is voorbij. Een week van geduld oefenen. Een week zonder prothese.
De triplestoel en ik zijn intussen goede maatjes geworden. Eten koken, koffie zetten en meenemen naar de kamer, stof afnemen. Ik heb glutenvrije eierkoeken gebakken en zelfs de vloer gedweild. En dat allemaal vanuit mijn ‘luie stoel’. Al gaat het niet zo snel als anders, ik laat maar wat graag mijn handjes wapperen. Wat echt niet lukt, laat ik met een gerust hart over aan mijn mannen.

Zo draait de tijd wel door. Mijn geduld wordt dus niet heel erg op de proef gesteld, wat op zich al weer een ‘schone zaak’ is. Want daar ben ik in deze serie blogs nu juist naar op zoek: naar de schone zaken van geduld.

Regelmatig komt er even iemand langs, er vallen kaarten door de bus en ik krijg allerlei lieve berichtjes. Allemaal zeer schone zaken. Maar toch, het is wel een beetje saai om noodgedwongen thuis te zitten terwijl je je niet ziek voelt. Tussen vier muren of achter de geraniums, hoe je het noemen wilt. Maar ook dan zijn er lieve vriendinnen die precies weten wat je nodig hebt.

En zo werd ik verrast door een spontaan aanbod: of ik het leuk zou vinden om ergens een kopje koffie te gaan drinken. Ergens waar de auto vlak voor de deur geparkeerd kon worden. Voor ik het wist had ik het plan al toegejuicht. Zomaar even weg uit huis. Geweldig, een welkome afleiding.

Maar meteen daarna knaagde er iets diep van binnen. Want hoe graag ik er ook even tussenuit zou gaan, ik zou me dan wel in het openbaar moeten vertonen zonder been. Dat is iets wat ik niet graag doe (en dat is zacht uitgedrukt). Er zijn maar weinig mensen die mij zonder prothese hebben gezien. Nog zo’n trekje (naast het persé onafhankelijk willen zijn) waar ik niet trots op ben: schaamte. Ik schaam me voor mijn ene been of eigenlijk voor mijn missende been. Ik haat de starende blikken van vreemde mensen, de gedachten die van de gezichten valt af te lezen.

Het werd dus kiezen of delen. Of ik zou thuis blijven kniezen, of ik zou mee gaan en de starende blikken weerstaan in ruil voor een gezellige morgen in een hotel aan de Waterweg. Ik koos toch voor de tweede optie. En zo werd ik getrakteerd op het gezelschap van twee ontzettend lieve meiden, koffie met gebak, goede gesprekken en ook nog een heerlijke lunch. Warempel scheen zelfs de zon om mijn dag nog beter te maken. Ik bloeide er helemaal van op. En eerlijk gezegd: het viel reuze mee, die starende blikken.

Die lieve vriendinnen horen natuurlijk bij de ‘schone zaken.’ Maar ook het stukje zelfoverwinning heb ik eruit willen pikken. Ik hoef me niet te schamen, maar ik mag met opgeheven hoofd mijn weg gaan. Hoewel ik weet dat mijn schaamtegevoel heel hardnekkig is, heb ik het gevoel een grote stap in de goede richting te hebben gezet. En dat is toch wel een heel schone zaak.

Wordt vervolgd…

Klik hier voor deel 4

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of Google's reCAPTCHA service is required which is subject to the Google Privacy Policy and Terms of Use.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.