Met de Franse slag schrap ik het gemene ijslaagje van mijn voorruit. Snel spring ik in mijn auto. Eigenlijk ben ik te laat de deur uitgegaan, maar die fout kan ik misschien nog corrigeren. Ik trap het gaspedaal flink in. Intussen handel ik een telefoontje af en werk mijn lippen bij in mijn spiegeltje.
Een fietser, zonder licht, verschijnt plotseling in het schijnsel van mijn koplampen en bezorgt me bijna een hartverzakking. Het gaat net goed. Al foeterend en toeterend vervolg ik mijn weg.
Op de snelweg staat het verkeer muurvast. Ik zie het te laat; het wordt me zwart voor ogen. Een verkeersinfarct op de snelwegen, hoor ik vaag nog via de file-informatie. De ambulance hoor ik niet meer.
Kort verhaal van precies 120 woorden over het thema ‘Infarct’.