Eén keer per jaar was hij een paar weken de bink van het plein. Jeroen de Kampioen.
Als hij de grote, felgekleurde bonk uit zijn zak haalde, hield iedereen zijn adem in. Elke jongen wilde het tegen Jeroen opnemen, al wisten ze dat ze het nooit zouden winnen.
‘Ja, ja,’ riep Jeroen steevast als hij de bonk inzette. Succes gegarandeerd.
Ja, ja… behalve die keer…
Die keer dat zijn focus slechts even niet op het spel, maar op mooie Meike was gericht. Het volgende moment was het al te laat en hield niet Jeroen maar Joris de bonk als een trofee boven zijn hoofd.
Zo werd Jeroen voormalig knikkerkampioen en kon hij alleen nog roepen: ‘Nee, nee, niet mijn jaknikker!’
Een verhaal met een dikke knipoog van precies 120 woorden met als themawoord ‘jaknikker’.
Stemmen mag: als je dit verhaaltje waardeert, kun je een ‘hartje’ achterlaten op de site van 120 woorden (via deze link en klik daar op ‘de moeite waard’)
2 Comments
Irma ….voor mij al bijna 60 jaar geleden dat ik knikkerde en heb ‘n vraag : is ‘n bonk het zelfde als ‘n allesie want dat heb ik altijd beweerd tegenover mijn kinderen !!!
Dank voor je reactie, Selma! Leuk dat de herkenning en herinnering blijft! Er zijn zoveel namen voor grote knikkers, het eerste wat in mij opkwam was ‘bonk’ vandaar. Allesie is ook leuk, die had ik nog nooit gehoord!