Verkeersovertreder

Spook
11 januari 2013
Omstreden arts
14 januari 2013

Ik ben echt iemand van de planning. Elke dag staat er iets ‘nuttigs’ op mijn program. Op maandag wil ik in ieder geval de boodschappen doen. Vandaag is het maandag, maar er komt van alles tussen. Toch moet en zou ik de boodschappen in huis hebben. Naast mijn planning heb ik daar nog een goede reden voor, vanmiddag wordt er sneeuw voorspeld. Stel dat we ingesneeuwd raken, dan heb ik in ieder geval een voorraadje in huis.

Met maar een krappe drie kwartier om weer terug te zijn voor de lunch met mijn zoontje, stap ik de deur uit, slinger mijn boodschappentas met lege flessen in mijn auto en rijd richting supermarkt. Onderweg passeer ik bijna het benzinestation en bedenk me, op het laatste nippertje, dat ik beter maar gelijk mijn tank kan volgooien. ’t Kost me wel een paar kostbare minuten, maar ik rijd er nu toch langs. Ik parkeer even later mijn volgetankte auto bij de supermarkt, keil de flessen in de glasbak, regel een karretje en schiet de winkel in. Voor ik ook maar één boodschap heb kunnen bemachtigen, word ik staande gehouden door een man.

‘Mevrouw, ik wil u er even op attenderen…’, begint hij. ‘O nee, hè, heb ik weer,’ schiet het door me heen. Iemand die kaarten wil verkopen of de straatkrant zeker. ‘U moet voortaan wat meer rechts houden’, gaat hij verder. Verbaasd kijk ik hem aan en vraag hem of er ook al verkeersregels gelden in de supermarkt. ‘Nee’, antwoordt de man, ‘ik bedoel buiten op de weg, in het verkeer. U reed daarstraks van de ene strook naar de andere.’ Waarschijnlijk sta ik hem nogal wazig aan te kijken en ondertussen zie ik dat de passerende mensen mij steeds langzamer passeren. Ik blijf heel rustig en zeg: ‘Ik ben me van geen kwaad bewust, meneer.’ Hij blijft volhouden dat ik niet goed oplette. Om maar zo snel mogelijk van de man af te komen en uit deze situatie, zeg ik vriendelijk en kalm: ‘Oké meneer, dan zal ik voortaan beter opletten, dank u wel dat u er mij op attent maakt’. Gewapend met kruk zie ik er waarschijnlijk nogal onschuldig uit en helemaal niet als een verkeersovertreder. De mensen om mij heen kijken me meewarig aan en één vrouw fluistert me zachtjes toe: ‘Ach, laat kletsen, die man. Goed dat je zo rustig blijft!’

Snel ga ik weer verder met de boodschappen. Ik heb nog een stief kwartiertje en dat ga ik net redden. Maar daar komt diezelfde meneer nog eens regelrecht op me af. “Ja, mevrouw,” begint hij weer, ‘ik wou het u toch even zeggen, u deed echt gevaarlijk’. Het klinkt deze keer ietwat verontschuldigend. ‘Ja, meneer’, zeg ik, nog steeds vriendelijk, ‘fijn hoor, dat u dat deed’. Ik heb nog steeds geen idee wat hij bedoeld, maar ik ben bereid grif alles toe te geven, om maar weer zo snel mogelijk door te kunnen. ‘Vandaar dat ik u toch even aanschoot’. ‘Het geeft niks, hoor, meneer, dag meneer.’ Ik blijf lachen, al is het een beetje zoet/zuur. In het vervolg moet ik maar eens wat meer van me afbijten. Als hij me straks nog een keer aanhoudt in de winkel, rijd ik hem klem met mijn boodschappenkarretje, neem ik me voor. Gelukkig komt het zover niet. Ik zou er toe in staat zijn geweest.

Snel prop ik de boodschappen in mijn auto, breng de kar terug, geef een lekkere dot gas en denk nog even aan de vreemde ontmoeting… Oeps, het zou toch zomaar kunnen wat die rare meneer tegen mij zei. Dat ik zomaar, zonder te weten… Ik neem direct wat gas terug. Haast en verkeer, die twee gaan inderdaad niet samen. Met een gangetje van keurig 30, rijd ik de straat in. En zie… precies op tijd.
Vreemde meneer, u gaf mij een wijze les. Dit keer meen ik het oprecht: heel hartelijk bedankt voor uw tip, ik zal me vanaf nu beter gedragen, planning of niet!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of Google's reCAPTCHA service is required which is subject to the Google Privacy Policy and Terms of Use.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.