Een vreemdeling

In control
18 november 2013
Muizen
22 november 2013

Onrustig woel ik in mijn bed, gooi het dekbed van me af, maar trek het direct weer over me heen; het is veel te koud. Plots meen ik gestommel te horen. Mijn hart klopt in mijn keel. Doodstil blijf ik liggen, maar nu hoor ik niets meer. Voorzichtig tast ik naar het lampje naast mijn bed en laat langzaam mijn adem ontsnappen. Een wolkje witte damp stijgt op. Ik pak mijn boek, dat op het nachtkastje ligt en probeer wat te lezen. De letters lijken te dansen voor mijn ogen. Mijn hart klopt nog steeds niet in zijn gewone ritme en mijn handen trillen. Ik leg het boek maar weer weg en doe het lampje uit.

Bijna ben ik onder zeil, als ik weer wakker schrik. Er loopt een ijskoude rilling langs mijn rug. Zie je, ik had het me niet verbeeld; ik hoorde duidelijk weer gestommel. Het kwam vanuit de gang. Zou er een vreemde in huis zijn? Ik blijf stokstijf liggen en spits mijn oren. Ik hoor nu ook fluisterende stemmen en zacht gelach. Ik trek het dekbed over mijn gezicht, alsof mij dat zal beschermen. Nu is het weer stil. Ik blijf nog zeker een half uur met gespitste oren luisteren, maar nee, het blijft doodstil.

Heb ik het me maar verbeeld? Of was het echt? Het zou immers best kunnen. Hoewel, het is nog vroeg in de avond. De enige manier om er achter te komen is om zelf poolshoogte te nemen. Een half uur geleden hoorde ik het geluid, daarna niets meer. Als er iemand was, moet hij nu toch zeker wel weer verdwenen zijn. Heel zachtjes sla ik het dekbed van me af en sluip, voetje voor voetje, naar de trap. Ik weet precies welke treden er kraken, dus die probeer ik te omzeilen.

Halverwege de trap blijf ik staan. Ik hoor nu duidelijk stemmen. Het komt dit keer uit de woonkamer. Ik krimp ineen en houd mijn adem in. Dan hoor ik het. Het zijn de stemmen van papa en mama. Ze zijn natuurlijk nog wakker. Wat dom van mij. Toch hoorde ik daarstraks gestommel en lachen in de gang. De stemmen van papa en mama in de woonkamer kan ik boven in mijn slaapkamertje niet horen. Er klopt duidelijk iets niet.

Voorzichtig sluip ik verder naar beneden. Papa en mama mogen het niet merken. Ik stap op de steenkoude plavuizen van de gang en huiver in mijn dunne pyjama. Regelrecht loop ik naar de voordeur. Dan zie ik het: ik had gelijk, er is iemand geweest. Mijn schoen en die van mijn broertje staan nog op de mat. Maar de winterpeen is eruit en ik zie twee glanzende pakjes fonkelen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of Google's reCAPTCHA service is required which is subject to the Google Privacy Policy and Terms of Use.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.