Bittere Oogst

Sara
26 oktober 2017
Stilte
6 november 2017

Leuk nieuws: mijn korte verhaal ‘Bittere Oogst’ wordt gepubliceerd in de bundel ‘Zaterdagavond’ van Schrijverspunt.
Er waren 179 inzendingen, waarvan er 37 zijn geselecteerd en dus ook mijn bijdrage. Hieronder kun je mijn verhaal lezen.

Lusteloos roer ik door mijn soepkom die bijna tot de rand gevuld is. Intussen gluur ik naar mijn drie oudere broers die wél gretig van hun soep eten. Alle drie houden ze hun lepel soepel tussen hun vingers, waarvan de nagels zwarte randen hebben. Zelfs een grondige schrobbeurt met groene zeep heeft de sporen van het werken in de tomaten niet kunnen wissen.
Vandaag hadden we weer allemaal, zoals we dat al jaren gewend zijn op onze vrije zaterdag, ons steentje bijgedragen op het bedrijf van papa. De jongens hadden geplukt, terwijl het mijn taak was om de geoogste tomaten te sorteren. De kneusjes, die ik apart moest houden, zouden vanavond op het menu staan, wist ik toen al. Mama’s befaamde tomatensoep met ballen. Alleen de gedachte daaraan maakte me al misselijk…
‘Smaakt het niet, Renske?’ vraagt mama.
Geïrriteerd haal ik mijn schouders op. ‘Als je heel de dag tussen de tomaten werkt en je moet ze ’s avonds nog eten ook, dan komt het je neus uit.’
Een massale spotlach valt me ten deel.
‘Wat een onzin,’ zegt André, ‘ik kan niets beters verzinnen dan de tomatensoep van mama.’
‘Inderdaad,’ merkt Frank op. ‘Maar het geeft niks, hoor. Geef maar hier, ik heb er nog wel een plekje voor.’
Boos en opgelucht tegelijk schuif ik, net iets te wild, de kom in de richting van Frank. Een golf klotst over de rand en een grote, rode vlek verspreidt zich over het geruite tafellaken.
‘Nu is het klaar!’ briest papa onverwachts. ‘Ondankbare griet. Ga meteen maar door naar je kamer!’

Stampvoetend loop ik de trap op naar mijn kamertje op zolder. Het gebeurt niet vaak dat papa boos is, maar als het zover is, maak dan je borst maar nat. Diep in mijn hart weet ik best dat ik het er zelf naar gemaakt heb. Maar toch, ik kon er niets aan doen. Jarenlang heb ik me beheerst en gedaan wat er van me verwacht werd. En nu zomaar ineens, kon ik het niet meer…
Ik open de deur naar mijn kamertje op zolder. Het is niet groot, maar ik heb in ieder geval een plekje waar rust heerst te midden van ons drukke gezin. Vroeger moest ik het kamertje delen met Rianne. Automatisch dwaalt mijn blik naar de twee fotolijstjes op mijn bureau. Eén omlijst een foto van Rianne en één een foto van ons samen. Rianne was vier, ik zes. Ik realiseer me dat dat alweer bijna tien jaar geleden is. Ik plof neer op mijn bed en laat mijn tranen de vrije loop. We waren altijd samen, Rianne en ik. Ook die dag…

Het was een warme dag. Hartje zomer. Mama stond achter de sorteermachine in de donkere schuur, maar zelfs daar was het niet koel. Het zweet gutste van haar gezicht. In de kas, waar papa en de drie broers aan het werk waren, was het helemaal niet uit te houden. Maar ondanks de hitte, ging het werk gewoon door. De tomaten moesten, als altijd, op tijd bij de veiling zijn.
‘Gaan jullie maar spelen in de tuin,’ zei mama tegen mij. ‘Jij kan best even op Rianne passen. Ik heb het hekje goed gesloten, zodat jullie de tuin niet uit kunnen. O ja, en de schommel is kapot, dus niet gaan schommelen, hoor!’
Ik knikte trots, ik was tenslotte al zes jaar. ‘Ja mama, ik zal goed op haar passen.’
‘Over twee uurtjes gaan we eten. Tomatensoep.’
‘Lekker! Met veel ballen?’
‘Mét veel ballen,’ lachte mama.
Rianne en ik hadden de oude dekens uit de schuur gehaald, ze over het wasrek gedrapeerd en ze met knijpers vastgezet. Een mooie tent was het resultaat.
‘Ik ben zogenaamd de moeder en jij het kind,’ zei ik tegen Rianne.
Ze keek wat beteuterd.
‘Oké,’ besliste ik snel, ‘dan ben jij de vader.’
Rianne knikte blij. ‘Ja, ik ben zonaamt vader!’
‘Ga maar een stukje fietsen, vader, dan ga ik eten koken.’
Ik pakte een emmertje, plukte wat gras en blaadjes en deed er water uit de gieter bij. De  groene drap, die al roerend ontstond,  leek nergens op. Toen ik nog eens rondkeek, zag ik de struik. Er zaten kleine, rode tomaatjes aan. Zulke kleintjes had ik nog nooit gezien, maar ik zou er vast heel goed tomatensoep van kunnen maken. Net als mama. Ik plukte de tomaatjes, net zoveel tot het emmertje voor de helft gevuld was. Het prutje kleurde langzaam maar zeker van groen naar rood. Wat was ik trots op mijn tomatensoep.
‘Vader, vader,’ riep ik, ‘we kunnen eten.’
Snel pakte ik twee plastic bekertjes en vulde ze met de rode vloeistof. Rianne liet zich met een plof op de grond vallen.
‘Wat eten we, moeder?’
‘Zogenaamde tomatensoep, vader,’ zei ik plechtig.
‘Dat ziet er lekker uit!’ riep vader enthousiast en ze nam een grote slok en nog één, totdat het hele kopje leeg was. Ik was blij dat zij ervan smulde. Zelf had ik maar een klein slokje genomen, omdat ik het eigenlijk helemaal niet lekker vond. Het leek in de verste verte niet op mama’s tomatensoep. Na het eten ging vader slapen in onze mooie tent. Net als papa, die na het eten ook altijd een dutje op de bank deed…

Een zachte klop klinkt op mijn slaapkamerdeur. Papa stapt  binnen en laat zich zakken op mijn bed.
‘Nou, nou, zo erg is het ook weer niet.’ Troostend strijkt hij over mijn blonde lokken.
‘Jawel. Het was mijn schuld,’ zeg ik, terwijl mijn schouders schokken. ‘Rianne… ze at mijn tomatensoep… Zogenaamde tomatensoep… Ik had er kleine tomaatjes doorheen gedaan. Tenminste, ik dat dacht dat het tomaatjes waren… Eerlijk waar, pap, ik wist het niet… Daarom werd ze niet meer wakker. En daarom… daarom wil ik ook nooit meer tomatensoep eten…’
Eindelijk heb ik het verteld. Die afschuwelijke waarheid.
Het blijft lang stil. Aarzelend hef ik mijn hoofd op en zoek zijn ogen.
Ik zie dat hij slikt, vechtend tegen zijn tranen. Dan verbreekt hij eindelijk de stilte. ‘Ach, meisje toch. Het was niet jouw schuld. Heb jij dat al die jaren gedacht?’
Ik knik. ‘Wist u dat het door de besjes kwam?’
‘Ja, dat wisten we. Dat hoorden we in het ziekenhuis.’
‘Ik mis haar zo.’
‘Wij ook, lieverd, wij ook,’ klinkt plots schor de stem van mama. ’Maar het was niet jouw schuld. Je was nog veel te jong. Ach Renske… ’
Dan zijn daar twee paar armen om me heen en vermengen zich onze tranen.

Uit de bundel: Zaterdagavond
©irmamoekestorm2017

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of Google's reCAPTCHA service is required which is subject to the Google Privacy Policy and Terms of Use.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.