Lotte en de ster
Een grote ster licht stralend op
aan de donkere, zwarte lucht.
Lotte ziet het blij verwonderd
en ze slaakt een diepe zucht.
Dat móet de ster van Jezus zijn,
ja heus, ze weet het echt!
Als ze de ster nu volgen gaat
komt ze vast bij Hem terecht.
Lotte zet er flink de pas in,
loopt een heel eind stevig door.
Met haar neusje in de wolken
volgt ze simpelweg zijn spoor.
Even moet ze op adem komen
dan pas ziet ze waar ze staat.
Hé, dat is haar eigen huisje;
ze is weer in haar eigen straat.
Hiervandaan is ze vertrokken,
ze liep gewoon dus in het rond
en heeft niet eens gemerkt dat
de ster recht boven haar stond.
De ster straalt onveranderd
nog steeds boven haar hoofd,
alsof hij haar iets wil zeggen,
alsof hij haar iets beloofd …
Dan moet ze plotsklaps denken
aan wat mama pas nog zei:
‘Jezus woont ook in jóuw hart,
dus Hij is altijd heel dichtbij.’
Nu wordt Lotte warm van binnen
als ze de ster ziet staan;
Sinds ze weet waar Jezus is, hoeft
ze nooit meer op zoek te gaan!
©IrmaMoekestorm