Luca en de ster
‘Wat een grote ster!’ roept Luca,
‘echt bijzonder en ook fijn,
want zo’n grote en zo’n mooie,
moet de ster van Jezus zijn!’
Luca denkt niet aan de kou meer,
Luca denkt niet aan de wind.
Luca ziet alleen de ster maar
die de weg wijst naar het Kind.
Met zijn neusje in de wolken,
volgt hij enthousiast het spoor.
Luca zet er flink de pas in
en hij loopt en loopt maar door.
Plotseling is daar zijn straat weer,
waar zojuist de ster ook stond.
Kijk, het huis, het hek, het tuintje.
Luca liep gewoon in ‘t rond.
Nog steeds schijnt aan de hemel
de ster boven zijn hoofd.
Alsof hij hem iets wil zeggen,
alsof hij hem iets belooft.
‘Ik weet het, ster, waar Jezus is.
Dank je wel,’ roept Luca blij.
‘Jezus woont hier, in mijn hartje
en daarom schijn jij boven mij!
©IrmaMoekestorm