Een stapel kaarten ligt klaar om gepost te worden.
Het is bij vijven, zal ik…?
Wat is het lekker buiten. Een jas is niet nodig. De zon is niet te zien, maar je merkt gewoon dat ze bijna door de wolken prikt. Mijn tuintje staat er leuk bij en een heerlijke geur komt me tegemoet. Ik word er helemaal vrolijk van. Een praatje met een buurvrouwtje even verderop, een groepje kinderen dat mij passeert. Streekpost en overige post, netjes sorteren en weer terug. Het is niet ver naar de brievenbus, maar voor mij ver genoeg. Hoe lang is het niet geleden dat ik dit deed, dat het kon zonder pijn? Zomaar een eindje om. Nog eens snuif ik de bloemachtige voorjaarslucht in mijn longen.
Mijn buurjongetje fietst langs met zijn vriendje en steekt uitbundig zijn hand op. Ik hoor hem nog net zeggen: ‘Mijn buurvrouw heeft maar één been.’ Ja, denk ik, dat is zo. Voor mij is dit niet zo gewoon, maar ik heb er dubbel en dwars van genoten. Het kan weer!
2 Comments
Zo integer geschreven maar de emotie spat er voor mij af. Wat mooi geschreven Irma
Dank je, lieve Elles. Het was een geschenkje, ik moest het even kwijt. Ik zie de zon voorzichtig weer door de wolken breken 😉