Als moeder van twee kinderen op de basisschool, wordt er zo nu en dan een beroep op je gedaan.
Hulp gevraagd met knutselen, rijden voor een excursie, assistentie bij computerles.
Natuurlijk wil ik mij daar best voor inzetten. Het is nog leuk ook. Zo kun je het allemaal eens van een andere kant bekijken.
En dan te bedenken dat het mijn grootste wens was om in het onderwijs te gaan werken. Van deze droom is nooit iets terecht gekomen. Nu kan ik dus toch, zij het als hulpmoeder, mijn hart ophalen. Als volwassene in de klas, word je door de kinderen tenslotte gelijk tot juf gebombardeerd: “Juf dit, juf, kijk eens hier, juf hoe moet dat?”
Ik moet bekennen dat ik steeds meer respect krijg voor de leerkrachten. Zij hebben de handen meer dan vol. Door de bezuiningsmaatregelen zijn de klassen overvol met zo’n dertig leerlingen per klas. Ook zijn er meer combinatieklassen. Elke leerling vraagt de nodige aandacht. Af en toe eens een helpende hand bieden, is dus prima. Voor een uurtje of zo.
Maar om nu te zeggen dat ik spijt heb dat ik nooit het onderwijs ben ingegaan…