Vlieg op!

Mijn Madelief – de bruid
21 juli 2015
Kleurig
14 augustus 2015

Eindelijk is mijn wens vervuld: een hor voor de achterdeur. Een hor waarvan ik hoop dat-ie korte metten zal maken met vooral dikke, zwarte vliegen, die ongevraagd mijn huis betreden.

Als het mooi weer is, heb ik het liefst die deur wagenwijd open staan, maar dat wil niet zeggen dat iedereen dan zomaar ongevraagd binnen mag vallen. Daar hebben zij echter geen boodschap aan. Terwijl het nota bene buiten heerlijk toeven is, vliegen zij brutaal door de geopende deur mijn keuken en huiskamer in om zich eens flink tegoed te doen aan de miniscule restanten van het ontbijt, die ik blijkbaar over het hoofd heb gezien. Met goed gevulde magen wagen ze zich daarna aan hun favoriete spelletjes: hoe zo hard mogelijk tegen de pasgezeemde ramen te knallen, hoe zo vaak mogelijk op de delen van onbedekte mensenhuid te landen of rond de oren te vliegen of hoe zo irritant mogelijk te flaneren over net dat tekstgedeelte van de krant waarin de lezer zich juist probeert te verdiepen.

Mijn gastvrijheid heeft grenzen. Ik ben het echt spuugzat om die opdringerige, ongenode gasten te dulden. Een hor is naar mijn mening dus bittere noodzaak.

Het heeft wel wat voeten in aarde gehad. Op onze achterdeur past namelijk geen scharnierende hordeur. Bij gebrek aan beter heb ik al eens zo’n kralengeval opgehangen. Dat bleek geen succes. Binnen de kortste keren lag de vloer bezaait met kralen, terwijl mijn huis bevolkt werd door vliegen die vanaf het plafond met vermaakte blikken toekeken hoe ik de kralen weer bijelkaar zocht. Er volgden nog vele varianten, maar geen heeft ooit een vlieg tegen kunnen houden. Totdat van de week manlief zich er mee bemoeide. Niet omdat hij nou zo’n moeite heeft met die paar extra gasten. Nee, hij had dusdanig moeite met mijn gezeur erover, dat hij het om die reden noodzakelijk achtte een lamellenhor op te hangen.

Sinds Het Hor is er geen vlieg in huis meer te bekennen. Mijn wens én hoop is dus invervulling gegaan, maar mijn huisgenoten zijn minder enthousiast. Ze vinden Het Hor een onhandig ding (netjes gezegd). Ze vinden dat het stinkt. Ze vinden het geen gezicht. Ze vinden het donker in huis. Ze vinden het te koud voor een openstaande deur. Ze vinden dit, ze vinden dat…

Het onderwerp ‘vlieg’ is helaas ook nog steeds niet van de baan. Zoonlief trakteert ons, tussen neus en lippen door, op een lesje biologie: ‘Als een vlieg zigzaggend rondvliegt, is-tie op zoek naar eten. Als-tie in een soort van vierkant vliegt, moet zij haar eitjes kwijt,’ spuit hij zijn wijsheid.
‘In het laatste geval moet zij zo snel mogelijk het huis uit worden gebonjourd,’ roep ik, bijvoorbaat al in paniek bij het idee van een nieuwe aanwas vliegen compleet met bijbehorend kraamfeest. Het zweet breekt me uit.
Een lachsalvo valt mij ten deel.
‘En,’ klinkt het droog, ‘hoe moeten we dat ooit voor elkaar krijgen als we onszelf al bijna niet door dat rothor kunnen wurmen?’

Mijn vliegen-tic van de afgelopen jaren heeft er blijkbaar behoorlijk ingehakt; ik ben nog niet helemaal gewend aan ons inmiddels vliegvrije huis. Ik zie ze in ieder geval nog steeds vliegen of zouden het toch opvliegers zijn…

Deze column is ook te lezen op Maassluis.nu

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

For security, use of Google's reCAPTCHA service is required which is subject to the Google Privacy Policy and Terms of Use.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.